Celestial Bodies

In de repository Celestial Bodies. is een beproeving op basis van een fictief voorbeeld uitgewerkt
Waarom een fictief voorbeeld?
We hebben ervoor gekozen om concepten van een capabel overheidsregister te demonstreren met behulp van een fictief domein in plaats van een bekend domein uit de echte wereld (zoals personen, adressen of gebouwen). De reden is simpel: door een fictief voorbeeld te gebruiken, blijft iedereen gefocust op de ideeën in plaats van op de details van een bepaald vakgebied.
Afleiding vermijden: Veel experts in ons publiek kennen de echte domeinen. Als we een bekend domein zouden gebruiken, zouden ze onmiddellijk eventuele vereenvoudigingen of afwijkingen opmerken die we ten behoeve van het prototype introduceren. Die details – hoewel noodzakelijk om het voorbeeld beheersbaar te houden – zouden kunnen afleiden van de kernboodschap. Door een verzonnen scenario te gebruiken, vermijden we discussies over “maar in het echte systeem werkt het zo” die de discussie afleiden.
Verwachtingen managen: De keuze voor een echt domein zou ook de verkeerde indruk kunnen wekken dat ons project betrokken is bij de modernisering van de registers van dat domein. Dat doen we niet. Onze missie is om nieuwe concepten voor toekomstige registers te verkennen en ermee te experimenteren – om erachter te komen welke mogelijkheden ze zouden moeten hebben en hoe we die zouden kunnen bouwen. Door domeinonafhankelijk te blijven (met een fictieve setting), houden we de focus op deze toekomstgerichte ideeën, niet op het oplossen van de domeinspecifieke problemen van vandaag.
Een rijk, maar eenvoudig voorbeeld: Ons verzonnen domein is ontworpen om gemakkelijk te kunnen begrijpen, maar toch rijk genoeg om de belangrijke zaken te laten zien die een modern register zou moeten kunnen verwerken. Het laat ons bijvoorbeeld zien hoe we een volledige geschiedenis van datawijzigingen kunnen vastleggen, data langs meerdere tijdlijnen kunnen beheren, twijfel of onzekerheid over informatie kunnen weergeven en gebeurtenisgestuurde herkomst kunnen vastleggen (door elk stukje data te koppelen aan de gebeurtenis die ertoe heeft geleid). Al deze functies worden gepresenteerd in een context die iedereen kan volgen, zonder dat er deskundige kennis van een specifiek domein uit de praktijk nodig is.
Kortom, door een fictief voorbeelddomein te gebruiken, kunnen we de mogelijkheden van “registers van de toekomst” op een heldere en gerichte manier illustreren. Het voorkomt verwarring, houdt ons publiek op één lijn en onderstreept dat we algemene concepten testen die van toepassing zijn op elk domein – en niet een bestaand register reorganiseren.
De uitwerking van deze beproeving, inclusief werkende software, is te vinden in de gitlab-repository Celestial Bodies.